Heb je een jonge gemeenteboom voor de deur staan? De Bomenwachters roepen jou op om mee te helpen om water te geven. De gemeente heeft het afgelopen plantseizoenen bomen geplant. Om goed aan te slaan, hebben nieuwe bomen de eerste drie jaar jouw hulp nodig. Als het droog weer is krijgen de bomen niet voldoende water om haarwortels te vormen en blaadjes uit te laten lopen.
Jonge bomen gaan beter groeien als ze extra water krijgen. De hoeveelheid water die je kunt geven hangt af van vele factoren. Als een boom gaat groeien heeft hij steeds meer vocht nodig. Hoe meer blad hij heeft, hoe meer vocht hij wil opnemen. Het is beter om één keer per week veel water geven dan elke dag een emmer water te geven. Dan komt het water dieper de grond in waarmee het wortelstelsel zich ook daar ontwikkelt. Let wel op dat je het water niet in de drainbuis giet. Deze is bedoeld om lucht bij de wortels te brengen en loopt onder de kluit door. Het water komt dan niet bij de wortels.
Hoe bepaalt je hoeveel water een boom nodig heeft?
Wekelijks 10 emmers bij droog weer is voor een jonge boom met een stamomtrek van 16 tot 24 cm voldoende om haarwortels te vormen die het vocht opnemen en via de bast naar de blaadjes transporteren. Hoe dikker de boom, hoe meer water. Bomen die net aan het uitlopen zijn hebben minder nodig dan bomen die volop in blad staan.
Hoe hoger de temperatuur, hoe meer water. Hoe meer zon op de standplaats, hoe meer water. Een boom die tussen tegels en in een verhoogde stoep staat, heeft meer water nodig dan een boom in open grond. Is er veel wind? Dan heeft een boom veel meer water nodig dan normaal omdat de wind het water laat verdampen.
Nieuwe bomen zijn te herkennen aan de gietrand in de grond rondom de stam. Deze rand helpt om het water naar de wortels van de boom te leiden. De gietrand blijft drie jaar staan. Daarna moeten de wortels van de boom diep genoeg gegroeid zijn om zelf voldoende water uit de grond op te nemen.
Dus, net als mensen, hebben de bomen het water op dit moment dringend nodig en daar is een beetje hulp van jou, als omwonende, heel erg nodig. Daar helpt je de boom mee en later plukt je ‘de vruchten’ van de boom, zoals schaduw en frissere lucht.