Mens durf te leven!, HRLM 89
“Heb je de feestdagen overleefd?” mocht ik niet eens zo lang geleden graag op sarcastische toon opmerken als ik een vriendin in het nieuwe jaar tegen het lijf liep. Waarbij ik met het woord ‘overleefd’ zinspeelde op de geestelijke en lichamelijke krachttoer die Kerstmis ieder jaar is.
Al die borrels, brunches en dinertjes in het dennengroen. Het is toch niet te behappen en niet meer te doen? Mamma mia het staat buiten kijf dat je lijf het aan het einde van het jaar zwaar krijgt te verduren. Het is bepaald geen sinecure. Maar oh la la ook een uitgelezen kans om de teugels schaamteloos te laten vieren en met volle teugen te genieten. Wat ik dan ook met verve doe. Blijkbaar ga ik onbewust de rest van het jaar gebukt onder de ‘diëten-dik(ke)tatuur’ zoals chansonnière Marjol Flore vol overgave bezingt in haar lijflied:
Waar zijn toch de Rubensvrouwen
Vol en stevig in het vlees
Ronde armen, forse heupen
Welgevulde decolletés
Vroeger werden ze bewonderd
Om zo’n weelderig figuur
Maar nu worden ze veroordeeld
Door de calorie-cultuur
Het diëten, het niet eten
Maakt ons nu het leven zuur
Hoor maar wat je niet meer mag eten
Van die diëten-dik(ke)tatuur
’t Lijkt wel bijna een religie
Zaligheid of hellepijn
Zondig zij die lekker eten
Zalig zij die mager zijn
Zodra ik mij, na mijn laatste optreden van het jaar, heb bevrijd van het strakke keurslijf van haute couture draaien mijn mond en spijsverteringsorganen overuren. Dan haalt deze hongerige madam ongeremd haar (kilo)gram.
Maar de vraag “Heb je de feestdagen overleefd?” durf ik tegenwoordig eigenlijk niet meer te stellen. Bang dat iemand zal antwoorden dat een dierbare de feestdagen letterlijk niet heeft overleefd. Ineens behoor ik tot de groep waar de klappen vallen en blijkt Magere Hein een gulzige veelvraat te zijn. Haast iedere week is daar koffie met cake. Meer dan ooit word ik met mijn neus op het feit gedrukt dat alles ineens zo maar afgelopen kan zijn. Daarom is mijn enige goede voornemen dit jaar om mijn lijflied Mens, Durf Te Leven! ook werkelijk in de praktijk te brengen. Het krachtige kleinkunstlied waarmee ik mijn optredens afsluit werd weliswaar door Dirk Witte al in 1917 geschreven, maar is ruim een eeuw later nog steeds verrassend actueel:
Het leven is heerlijk
Het leven is mooi
Maar vlieg uit in de lucht
En kruip niet in een kooi
Mens, durf te leven
Je kop in de hoogte
Je neus in de wind
En lap aan je laars
hoe een ander ’t vindt
Hou een hart vol van warmte
En van liefde in je borst
Maar wees op je vierkante meter een vorst
Wat je zoekt kan geen ander je geven
Mens, durf te leven!
Om te ontspannen maak ik trouwens regelmatig een zelfportret zoals hierboven bij mijn column is afgebeeld. Hoezo mag je niet met eten spelen...?