Bomans, HRLM 88
Haarlem is van oudsher een stad van schrijvers. Dat we daar trots op zijn steken we niet onder stoelen of banken. Op mooie plekken in de stad vinden we verwijzingen naar schrijvers die aan Haarlem zijn verbonden.
Zo staat op de Grote Markt een bronzen borstbeeld van een jonge Harry Mulisch. Daar vlakbij is ter ere van Willem Bilderdijk aan de gevel van diens voormalige woonhuis in het huidige Brinkmanncomplex een herdenkingssteen te zien. Op de Oude Groenmarkt vinden we het aan Lennaert Nijgh gewijde kunstwerk A tot Z en een beeldje van Samuel Ampzing. Nicolaas Beets (alias Hildebrand) en diens werk komt terug in het Hildebrandmonument in de Haarlemmerhout en een plaquette aan zijn geboortehuis in de Koningstraat. In het Frederikspark staat naast het provinciehuis de Kleine Johannes, geesteskind van de Haarlemse schrijver Frederik van Eeden. En van Louis Ferron vinden we tot slot een borstbeeld op het Doelenplein.
Van de veelzijdige en humoristische Haarlemse schrijver Godfried Bomans is sinds 1982 in onze stad ook een fraai bronzen beeldje te vinden. Dat staat echter wat verscholen in de Wijngaardtuin, tussen de Smedestraat en de Jansstraat. Bomans doet evenwel bepaald niet onder voor de hierboven genoemde schrijvers, en zeker niet als het gaat om de verbondenheid met Haarlem. Hij richtte bijvoorbeeld in 1936 met zijn schoolvriend Harry Prenen bij wijze van grap de ‘Rijnlandsche Academie’ op. In het Haarlems Dagblad van 8 juni 1937 verscheen van dit schertsgenootschap een hoogdravende ingezonden brief met een pleidooi tegen de voorgenomen demping van de Bakenessergracht. Of de brief de oorzaak was weten we niet, maar de Bakenessergracht is nooit gedempt. In 1949 stichtte Bomans overigens ook een ‘echt’ Haarlems genootschap: sociëteit Teisterbant, gericht op de bevordering van kunst en cultuur. Een kleine tweehonderd kunstenaars en intellectuelen uit stad en regio werden lid, waaronder de schrijvers Lodewijk van Deyssel en Harry Mulisch en de beeldend kunstenaar Mari Andriessen.
Bomans verdient dus wat mij betreft meer dan een beeldje op een verscholen plek in onze stad. Gelukkig vinden we dankzij de Stichting Literair Haarlem sinds 2021, Bomans’ vijftigste sterfjaar, op toepasselijke plekken in Haarlem alsnog vindingrijke verwijzingen naar deze op-en-top Haarlemse schrijver. Twee van zijn kernachtige citaten verfraaien nu in grote letters de noordzijde van het station: “Men gaat op reis om thuis te komen” en “Ook deze tijd zal eenmaal de goede oude tijd worden”. Zelf heb ik in juni 2021 aan de Bakenessergracht, hoek Kokstraat, een replica mogen onthullen van de krantenpagina met de hierboven genoemde ingezonden brief van de ‘Rijnlandsche Academie’. Ondertekend door ‘Hercules Prenen, Algemeen secretaris’ en ‘Godfried Bomans, Algemeen president’. En bij zijn oude woonhuis aan de Zonnelaan in Haarlem is sinds eind vorig jaar ook een tekst van Bomans aangebracht: “Wie veel reist zal ervaren dat hij het wezenlijk interessante aan de mensen ook in zijn eigen straat had kunnen opmerken.”
Bomans zou waarschijnlijk ook wel een humoristische draai hebben gegeven aan zijn verstopte beeldje in de Wijngaardtuin. Op de sokkel staat immers niet voor niks een ander kenmerkend citaat van hem gegraveerd: “Humor is het vermogen de dingen betrekkelijk te zien”.