Recent las ik (op Tiktok nota bene) over ‘main character syndrome’. Main character syndrome kun je letterlijk vertalen als ‘hoofdpersonagesyndroom’. Het is de licht ziekelijke neiging jezelf voortdurend te zien als de belangrijkste persoon in iedere situatie. Kortom: alles draait altijd om jou. Jij bent de superster in de film van het leven. En je verwacht, vaak onbewust, dat jouw omgeving zich altijd naar jou schikt, want dat zijn maar spelers van het tweede plan.
Ik las over dit fenomeen en ik moest direct denken aan Haarlem. En ook wel een beetje aan Bloemendaal. Volgens mij hebben we in Zuid-Kennemerland een oververtegenwoordiging van mensen die leiden aan hoofdpersonagesyndroom.
Wetenschappelijk bewijs heb ik niet, maar er schoten me direct een aantal zaken te binnen.
Loop op zaterdag de stad in en je struikelt over de fietsen die op een behoorlijk egoïstische manier zijn neergezet. Straten zijn geblokkeerd, de witte looplijnen voor slechtzienden en rolstoelers zijn volgeparkeerd, stoepen zijn onbegaanbaar. En de gratis fietsenstallingen zijn leeg.
Die fietsenstallingen zijn natuurlijk voor de figuranten. De echte sterren mogen hun fiets overal neerpleuren.
Nu we toch over fietsen hebben: hou op met dat eindeloze gebel als je op een elektrische fiets rijdt. De fietspaden in Haarlem zijn vaak smal, daar moet je rekening mee houden. Je kunt niet altijd direct inhalen. Ik weet het: jouw ritje van A naar B is vele malen belangrijker dan dat van mij. Maar je hebt geen donorhart onder je snelbinders, dus iets meer zelfbeheersing kan geen kwaad. Op een elektrische fiets hoef je geen sterallures te hebben.
Ander punt: we hebben in Haarlem een gemeenteraad met twaalf partijen, waarvan vier met één zetel. Die verdelen samen een luttele 39 zetels. Zitten die mensen daar voor de zaak? Of voor zichzelf? Willen ze Haarlem mooier maken? Of willen ze vooral zelf ‘shinen’? Ik vraag het maar.
En over het aantal hoofdpersonagesyndroom-patiënten in de Bloemendaalse politiek durf ik het niet eens te hebben. Voor je het weet heb je een haatcampagne of smaadproces aan je broek.
Wie wel eens een concert in het Patronaat bezoekt, weet dat je vaak moeite moet doen de band te horen over het gekwaak van het publiek. Het idee dat de mensen om hen heen niet voor hen zijn gekomen maar voor de artiesten op het podium is vaak niet te bevatten voor ze.
Laatst tikte ik een vrouw op haar schouder, wees naar het podium en zei: ‘sorry, maar ik kom om hun te horen, niet jou’. Ze ontplofte en bleef me de hele avond duidelijk maken dat ik haar avond had verpest. Hoofdpersonen horen niet graag dat ze eigenlijk bijfiguren zijn. En concurrentie van een echte ster dulden ze niet.
En als je nu nog niet bent overtuigd van het grote aantal hoofdpersonagesyndroom-patiënten in Haarlem e.o.: praat even met iemand die in de horeca werkt. Of in het onderwijs. Of de zorg.
Gelukkig is dit de tijd van goede voornemens. Voor een groot aantal Haarlemmers weet ik er dus wel eentje. Neem wat vaker genoegen met een bijrol en stel je wat vaker op als dienende speler. Neem het leven serieus, maar jezelf niet.