Boven mijn computer hangt bovenstaande uitspraak van Heinrich Heine. Dagelijks is mijn grote uitdaging om een tsunami van kwaadaardige mails en giftige reacties op social media met humor
te pareren.
Als een digitale koorddanseres probeer ik voortdurend mijn balans te vinden. Wanneer reageer ik wel op een reaguurder en wanneer niet? Soms komt de stoom mij echter zo uit de oren dat het voor mijn welzijn van levensbelang is om direct stoom af te blazen. Ik heb sterke schouders en inmiddels heel wat eelt op mijn ziel, maar af en toe is het echt noodzakelijk om – het liefst op subtiele en luchtige wijze – tegengas te geven. Door te dollen met trollen probeer ik
nare berichten die op mij worden afgevuurd te ontzenuwen.
Als therapeute verbonden aan het Dolly Instituut Ambulante
Geestige Gezondheidszorg zie ik dat als mijn kerntaak in het leven. Om Michelle Obama te citeren: “When they go low, we go high.”
Als ene Joop K. mij bijvoorbeeld in de morgenstond mailt: ‘Waarom ga je niet voorlezen in een darkroom met geile leernichten? Alles is mogelijk, maar laat ONZE KINDEREN met rust.’ Dan antwoord ik hem: ‘Hip Hip Hooray, bedankt voor je lumineuze idee. Ik ga binnenkort als JEANNE D’ARCROOM op tournee! Heb je nog boekentips? Wat kan ik het beste voorlezen in het donker? Ken je iemand die mij braille kan leren lezen? Heb je nog andere suggesties hoe ik in de duisternis letters kan ontcijferen?’
Of toen ik afgelopen maand twitterde dat ik tijdens de Canal Parade het zingende boegbeeld was van de boot van de regenboogprovincies Noord-Holland en Gelderland en ene Ron L. antwoordde: ‘De vraag is: hoe diep zijn die grachten en zit er ook een stopje in de boot?’ Dan geeft mijn woordspelerige geest zo’n sujet dolgraag lik op stuk met: ‘Hoe diep kun je zinken?’ Ik moet zeggen dat lucht lekker op. Soms moet je als digitale Kop van Jut gewoon verbaal van je afslaan. Kortzichtige reacties van toetsenbordridders worden onschadelijk gemaakt met: ‘Misschien moet je je oogkleppen even laten nakijken bij de opticien. Volgens mij heb je last van een blinde vlek?’ of ‘Probeer vandaag ook eens even niet op je toetsenbord te tikken. Ga naar buiten en hoor de vogeltjes fluiten. Laat de frisse wind door je bovenkamer waaien!’ Soms kan ik mij zelfs niet bedwingen om een heel trollenleger toe te zingen:
Hallo Twitteraar, wat fijn dat je er bent
Ben je voor het eerst hier of ben je al bekend?
Weg met gefoeter, zet je blinde haat opzij
Ik ben Dol en wie ben jij?
Ik ben zelfs niet te beroerd om af en toe een Miss Punt beterschap te wensen. Bijvoorbeeld als ik een schattige foto deel van mijzelf en een vrolijk kind dat op het podium danst op mijn muziek en een etter reageert met ‘Ziek’. Dan is mijn reactie: ‘Al aan de beterende hand?’
Maar soms ben ik ook met stomheid geslagen. Bijvoorbeeld toen ik onlangs twitterde: ‘Terwijl vandaag in heel het land de regenboogvlag wordt gehesen dacht ik, ik hijs mezelf ook in een vlag (zie foto).’
Als dan ene Dylan V het nodig vindt om te reaguren met ‘Een vlag moet hangen, jij ook.’ Tsja, dan kan ik even niet dollen. Heb ik
even geen puf voor grappen en grollen. Dan zit ik met mijn
mond vol tanden. Maar gelukkig voordat ik het weet glimlach
ik weer van oor tot oor en houd de boze buitenwereld mijn lachspiegel voor.
Wees niet la-la-langer la-la-biel
La-la-lachen heeft meer sex-appeal
La-la-ladies be my guest
Wie ’t laatste la-la-lacht het best
Beeld: Taco D. Smith