Aangezien onze Overheid het momenteel nu eenmaal te druk heeft met andere prioriteiten, zoals het bevorderen van onverzekerde rijbewijs-, helm- en roekeloze 12-jarigen in het rijwiel-met-hulpmotor-verkeer, het meer dan periodiek verhogen van de prijs van een pakje shag en (last but not least) zichzelf, kun je eigenlijk niet zo héél veel kritiek hebben op de Nieuwste Plannen inzake ’immigratie’, natuurlijk.
De oude Romeinen hadden daar overigens al last van (dus Europeser kán bijna niet), die voortdurende instroom van al die horden van herwaarts over. En hadden daar ongeveer dezelfde oplossing voor bedacht: de vreemde volkeren langs de grenzen inschrijven als ‘foederati’ en die lui vriendelijk verzoeken of ze de boel op slot wilden houden voor de van nóg verder aanstromende volksverhuizers. Als beloning voor die poortwachtereske activiteiten kregen de betrokken stamhoofden eveneens de nodige toen moderne wapens en genoeg graan om hun onderdanen tevreden en in toom te houden. En, uiteraard, zakken geld. Over het waarom hoefden de Romeinen zich geen zorgen te maken: hun ganse rijk was gegrondvest op grensoverschrijdend gedrag. Dat de mens een wolf was, was de nazaten van de lupinair grootgezoogde Romulus niet alleen bekénd – het gold ook min of meer als leidraad.
De opvatting dat je als stam, volk of natie pas echt geslaagd was als je je wil had opgelegd aan andere stammen, volken of naties is sturend geweest vanaf het moment dat we alles gingen opschrijven – en mogelijk ook al daarvoor. Daarom vormen onze geschiedenisboekjes één aaneengesloten verzameling van opkomende en vervolgens instortende Rijken, die allemaal gebaseerd waren op veroveringen en kolonisatie en het op die manier verwerven van nieuwe rijkdommen (grond/stoffen, edelmetalen en slaven), tot de volgende zich meldde, en het spel opnieuw begon. En al die rijken hadden te maken met de aanzuigende werking van hun grootsheid: zoals in armere landen de trek van het platteland naar de veronderstelde ‘rijkdom’ van de steden plaats vindt, is er mondiaal ook altijd de neiging dat het ‘ginds’ wel eens beter zou kunnen zijn dan thuis. En worden vervolgens de bootjes, huifkarren, karavanen en wandelsandalen opgetuigd voor de Grote Trek Herwaarts.
Met de Kennis van Nu zou je een wat andere kijk op de zaken kunnen ontwikkelen. Nu we, in elk geval in onze wereld (en die is nog steeds leidend, al loopt ook ons ‘Europese’ Rijk langzaam ten einde – enige haast is dus geboden), officieel vinden dat je geen gebieden meer mag veroveren en leegzuigen (een relatief unicum in de wereldgeschiedenis), is het wellicht een mooi plan om de voormalige wingewesten, van waaruit momenteel nog steeds (en met de te verwachten verdere klimaatellende: toenemend) mensen richting ‘stad’ vertrekken, eindelijk zodanig te betrekken in alle te verzinnen Toekomstmaatregelen, dat het voor die mensen niet langer een ‘must’ lijkt, om huis en haard en akker te verlaten. Mogelijk, het is maar een idee, omdat ze huizen, haarden en akkers hébben, dan.
We willen uiteraard niet op de stoel gaan zitten van alle commissies, denktanks en adviesorganen die in groter verband al sinds de oprichting van de Verenigde Naties bezig zijn de wereld vorm te geven, maar je zou toch, zeker in onze tijd van dreigende milieu- en klimaatwolken, alles op alles kunnen zetten om van, bijvoorbeeld, het altijd zonovergoten Afrika een zodanig groen en welvarend werelddeel te maken, dat het niet alleen voor iedereen geweldig zal zijn om daar te wonen, maar vanuit dat continent ook nog eens de rest van de wereld van uitstootvrije energie zal kunnen worden voorzien. Zon zat. Zee zat. Zand zat. In genoemde Romeinse tijden vormde het nu verwoestijnde noordelijke deel van dit werelddeel één grote, vruchtbare graanschuur, en hoe mooi zou het zijn, als die ruisende oogstvelden weer zouden terugkeren, en de woestijn zou opbloeien?
En hoe dan ook, zouden wij een plek hebben om naartoe te kunnen vluchten, in geval van nood…